Twan Robben, Uiteengeval, Spiegelhofje ateliers, Nijmegen
In de animatiefilms van Timmer is er aandacht voor de opkomst en het verval van een kunstwerk. We zien hoe een werk ontstaat, maar ook hoe het zichzelf even daarna net zo gemakkelijk weer opheft. In een filmtaal die een beeld eerst oproept om het later weer te verbeteren, te hernemen, of in zijn geheel te vernietigen. Timmers kunstwerken heffen zichzelf op zodra lijkt dat ze een definitieve vorm hebben gekregen. Het is lastig te duiden wat de reden is van deze vernietiging. Een onzichtbare kracht perforeert tekeningen net zo lang tot een lege muur overblijft. Een hoopje confetti is wat van de oorspronkelijke expressie op het platte vlak overblijft. Ook zien we hoe een notitieboekje zich vult met zinnen over een afspraakje in de avond. Steeds nieuwe zinnen, die komen en gaan. Zinsneden verdwijnen, woorden gaan en komen. Die aandacht voor het scheppingsproces, die tegenzin een definitief beeld neer te zetten op de wereld heeft een vrolijke grond. De sfeer in de werken is opgewekt. Timmer lijkt ons deelgenoot te willen te maken van haar plezier in het creëren. Daar wordt de kijker oprecht vrolijk van. .
.
Filmstills uit De pauw, 2008
.
.Filmstills uit Perforeren, 2008
.
filmstills uit My pictures, 2010